HKW op een inclusieve manier mensen in al hun diversiteit en hun kwaliteiten met elkaar verbinden via initiatieven in de eigen buurt?

Ann Claeys & Dirk Van Beveren

Ik ben anders

Inclusie vind ik belangrijk. Een voorbeeldje? Neem nu een gebouw. Omdat trappen voor iemand in een rolstoel niet mogelijk zijn, wordt er vaak een stijgende drempel gelegd naast de trappen. Inclusie betekent echter dat je zorgt dat er géén trappen zijn in het gebouw. Zo heeft iemand in een rolstoel niet het gevoel ‘ik ben anders’.

Je verbonden voelen met anderen maakt gelukkig

In Gent wonen mensen van alle leeftijden, culturen, opleidingsgraad, enzovoort. Dat is typisch voor een grote stad. Zo’n diverse groep mensen verbinden is een grote uitdaging. Daar slagen we nog te weinig in. Verbinden wil zeggen dat mensen zich echt verbonden voelen tot anderen. En dat maakt gelukkig.

Kleinschalige activiteiten in de buurt

Ik besef dat dit een uitdaging is op lange termijn. Maar ook op korte termijn zie ik heel wat mogelijkheden om een diversiteit aan mensen te verbinden. Volgens mij moeten we de schaal van de stad verkleinen tot de schaal van de buurt. In eenzelfde buurt wonen bijvoorbeeld oudere arme personen, allochtone alleenstaande mama’s, jongeren, enzovoort samen. Hen in hun eigen buurt verbinden via bijvoorbeeld een straatfeest is laagdrempeliger. Of hebben we vooral goeie straathoekwerkers nodig?

Telefoonketting

In de vereniging waar ik vrijwilligerswerk doe hebben we een mooi project: ‘De goede buurt’. Als ik bijvoorbeeld alleen thuis ben, weet ik dat ik elke dag een telefoontje zal krijgen. Om beurten belt iemand anders uit de groep mij op met de vraag ‘Gaat alles goed?’. Dat is goud waard. Hoe kan innovatie en technologie zo’n kleinschalige initiatieven ondersteunen?

Iedereen heeft kwaliteiten

Sommige mensen denken dat ze zelf geen kwaliteiten hebben. Mensen in armoede bijvoorbeeld, of mensen met een handicap. Dat klopt niet. Iederéén heeft kwaliteiten. Alleen zien ze het bij zichzelf niet meer. Omdat de samenleving hen niet aanspreekt op hun kwaliteiten, omdat ze denken ‘mijn mening zal toch niet interessant zijn’. Ik hou een pleidooi om te kijken naar wat we wél kunnen, ondanks onze beperkingen. Ook al is dat iets klein. Ikzelf heb heel wat fysieke beperkingen. Maar ik heb wél mijn denken en mijn verstand. Ik probeer te kijken naar wat ik kan betekenen voor anderen, bijvoorbeeld in mijn vrijwilligerswerk. Zo voel ik me verbonden. Mensen laten participeren in zijn brede betekenis draagt bij tot een kwalitatieve verbondenheid.