Hoe kunnen we sport- en bewegingsmateriaal voor iedereen gemakkelijker toegankelijk maken?
- Facebook share
- Messenger
In een ideale wereld is sport- en bewegingsmateriaal toegankelijk voor iedereen. Van 3 tot 93 jaar. Topsporter of hobbysporter. Hengelaar of wandelaar. Met of zonder beperking. Op elk moment van je leven heb je zonder moeite toegang tot goed en betaalbaar gerief. Volgens professor Pascal Delheye (Universiteit Gent) is dat één van de sleutels tot meer bewegen. Het goede nieuws? Er gebeurt al veel. Maar alles kan altijd beter. Om die reden dient Pascal samen met Willem en Bert deze uitdaging in. Comon sprak met de drie heren.
Iedereen heeft andere behoeften, en het sportmateriaal is hier niet altijd aan aangepast
“Je zou denken dat sport na meer dan een halve eeuw ‘Sport voor allen’-beleid voor iedereen toegankelijk is. Maar dat is niet zo”, zegt Pascal Delheye. Als onderzoeker en titularis van de UGent-Leerstoel De Toekomst van de Sport zet hij zich in voor sociaal-sportief werk. “Duur materiaal is een belangrijke drempel, vooral voor personen in een maatschappelijk kwetsbare situatie.”
Bert van de Gentse organisatie Sportaround stipt nog een andere uitdaging aan. “Elke leeftijdsgroep heeft bepaalde behoeften en het sportmateriaal is hier niet altijd aan aangepast. Denk maar aan te zachte of te harde ballen, een speelveld dat te groot of net te klein is. Dit materiaal telkens aanpassen is duur.”
Materiaal aanpassen is niet alleen leeftijdsgebonden. Ook G-sporters (G-sport is de verzamelnaam voor alle aangepaste vormen van sport en beweging bij personen met beperking, psychische kwetsbaarheid of chronische aandoening) hebben materiaal nodig dat is afgestemd op hun situatie. Willem spreekt uit ervaring. Sinds zijn hersenletsel speelt hij tennis in een aangepaste vorm. Op een kleiner veld bijvoorbeeld en met zachte ballen. “Die aanpassing is best emotioneel. Je moet aanvaarden dat je minder kan. Dat is me gelukt. Vooral dankzij de goede ondersteuning die ik als G-sporter geniet. Zowel wat betreft materiaal, als begeleiding.”
Welke drempels zitten in de weg?
Willem geeft toe dat hij geluk gehad heeft en dat niet iedereen de weg vindt naar de juiste ondersteuning. Bert erkent dat. “Eigenlijk is er best veel materiaal beschikbaar, maar je moet er wel zelf naar op zoek gaan.” En dat geldt voor iedereen. Zowel opgroeiende kinderen als mensen met een beperkte mobiliteit. Maar even goed voor ouderen, voor wie bewegen minder vanzelfsprekend is.
Soms weet je ook niet of een bepaalde sport je zal liggen. Als je meteen moet investeren in duur materiaal, dan kan dat mensen tegenhouden.
Pascal stipte al eerder het belang van betaalbaarheid aan. Maar hier hangt volgens hem nog iets anders mee samen. Onder veel sporters heerst er een ‘merk- en materiaalfetisjisme’. Enkel de beste (en daardoor meestal ook de duurste) uitrusting is goed genoeg. Op die manier worden personen die zich dat niet kunnen permitteren soms extra gestigmatiseerd.
Wat zijn de mogelijke oplossingen? Met of zonder technologie?
De kern van de oplossing? Willem slaat de nagel op de kop: “Hoe meer materiaal er in grijpafstand voor je neus ligt, hoe laagdrempeliger het wordt om te bewegen.”
Er bestaan al veel mooie voorbeelden. Pascal haalt Second Serve aan. Dit initiatief stelt gratis sportmateriaal ter beschikking aan mensen die het anders niet kunnen betalen. Een deelplatform voor tweedehands sportmateriaal zou ook een springplank kunnen zijn. Zo maak je kwaliteitsvol materiaal betaalbaar voor een bredere groep. En als een bepaalde sport je niet ligt, heb je je tenminste niet blauw betaald.
Bert denkt nog aan andere laagdrempelige voorbeelden uit zijn eigen organisatie. Met een kar vol sportmateriaal door wijken rijden, zodat kinderen meteen op hun eigen pleintje met materiaal aan de slag kunnen. Of buurtkajaks gratis ter beschikking stellen, wat in Gent al gebeurt.
Hoe technologie kan helpen? In de Blaarmeersen tonen ze het goede voorbeeld en kan je via een app SUP-boards en kajaks ontgrendelen.