"Ongehinderd door jargon zotte ideeën bedenken voor een beter Gent"

Bas Baccarne

“Kennis is één ding. Maar we blijven soms te lang in deze fase hangen”, zegt onderzoeker Bas Baccarne (onderzoeksgroep imec-MICT-UGent, in De Krook). Hij verkiest de shortcut van ‘denken’ naar ‘doen’. Het liefst samen met veel stakeholders. En het allerliefst in de stimulerende omgeving van ‘Comon’. Dit artikel is verschenen in Durf Denken, het magazine van de UGent.

Comon, dat is een ‘labo’ – een urban living lab – waarbij wetenschappers, technologen, en andere creatievelingen van de UGent samen met Gentenaars van Gent een betere, aangenamere en wijzere stad willen maken. Ze doen dat met technologie als deel van de oplossing. Er wordt gepingpongd met ideeën om die dan meteen in een prototype te gieten.

Bas, je was betrokken bij de oprichting van Comon, anderhalf jaar geleden. Wat maakt Comon voor jou zo bijzonder?

Bas: “Wat ons erg typeert is de heel vraaggestuurde én participatieve manier van werken. Bij Comon zitten niet alleen wetenschappers aan het stuur. Het zijn vooral de Gentenaars zelf die de richting bepalen. Zij formuleren de uitdagingen, bedenken er oplossingen voor én testen die ook uit. Uiteraard geruggesteund door wetenschappers van de UGent, imec en beleidsmakers van de stad. En ook andere stakeholders zoals experten uit de praktijk, werpen hun licht over de uitdaging. Als onderzoeker is dat de manier waarop ik het liefst werk. Interdisciplinair.

De uitdaging die dit jaar uit de bus kwam was Hoe kunnen we zorg beter verstaanbaar maken voor alle Gentenaars?In de zoektocht naar het antwoord neemt Comon de rol op van verbinder. We zijn een plek waar we deze complexe uitdaging behapbaar maken door haar op te delen in concrete vragen. Hoe kunnen we aan de dokter vertellen welke pijn we voelen? Hoe kunnen we de communicatie tussen arts en anderstalige nieuwkomers vereenvoudigen? Vragen die leven in de maatschappij en die de dialoog aanwakkeren.”

 

Image
Bas Baccarne

Bas: “Door in interactie te gaan met mensen met een ander kader, verruim je je eigen perspectief. Want of je nu in een onderzoeksgroep of bij een stadsorganisatie werkt, iedereen heeft een eigen manier om de werkelijkheid te benaderen. En soms loop je daarin vast, zeker als je op zoek bent naar oplossingen. Hoe verhelderend is het dan niet om dat even los te laten en door een ander kader te kijken? Vaak bots je dan op een verfrissend, onverwacht antwoord op jouw probleem.

Dat is wat er gebeurt tijdens de Maakmarathon en de Miniproeftuinen van Comon. We creëren er veilige ruimtes waar stakeholders niet gehinderd door jargon met elkaar in dialoog gaan en zotte ideeën bedenken. En maken.

Die atypische samenwerkingen fascineren me al heel lang. Mijn doctoraat ging over urban living labs, en meer specifiek over hoe kennisuitwisseling plaatsvindt in dat soort ecosystemen, waar de witte jas vervangen wordt door de gewone mens die innovaties in de ‘echte’ wereld kan testen en verbeteren. Weet je, veel samenwerkingen beperken zich in de praktijk tot een soort praatbarak. Ik onderzoek hoe we sneller kunnen overgaan tot het stadium van ‘doen’. Hoe we kennis vlotter kunnen transformeren naar een concreet product. In een urban living lab als Comon kan dat.”

Een andere pijler van Comon is experimenteren. Dat wil zeggen: proberen, mislukken en bijsturen. Is dat hoe je tot een succesvol innovatieproces komt?

“Inderdaad. En bij Comon krijgt dat experimenteren zelfs nog een extra laag. We experimenteren met de manier waarop we experimenteren. Welke processen werken het best? Wat zijn terugkerende aandachtspunten? Dat soort vragen zijn echt mijn stokpaardje, ik onderzoek al tien jaar hoe we bijvoorbeeld urban living labs methodisch gezien kunnen opzetten. Niet alleen vanuit de universiteit maar ook samen mét de stad Gent, samen mét een onderzoeksinstituut als imec, samen mét de burgers.

Een voorbeeld. Binnen onze onderzoeksgroep proberen wij nu in kaart te brengen wat het effect is van urban acupuncture. Dat is een onderzoekstechniek waarbij we verschillende stakeholders aantrekken en kennis laten delen door iets concreets te máken. Het gaat hier niet om grootse acties maar net kleinschalige interventies die wel tot een groot idee kunnen leiden. Tijdens de Maakmarathon van Comon hebben we zo studenten vanuit verschillende opleidingen samengebracht met wetenschappers en andere stakeholders. Door kennis te delen en door vragen van de doelgroep te betrekken, zijn ze ruimer gegaan dan de uitdaging zelf. Van ideeën die aan het eind van dit proces zijn overgehouden hebben ze prototypes gemaakt.

Neem nu het Dolox-pijnhorloge. Een idee even simpel als baanbrekend. Een horloge dat je pijnniveau registreert en vragen capteert als ‘Waar heb je pijn?’, ‘Welke soort pijn ervaar je?’ enzovoort. Op die manier heeft de arts een gedetailleerd beeld van de pijnbeleving. Eind oktober hebben we het horloge gepresenteerd in ons Experimentcafé over pijnDe gesprekken tussen pijnpatiënten, onderzoekers, technologen en artsen gingen bijzonder breed en diep. Wanneer mensen in zo'n omgeving een product kunnen vastnemen en uitproberen, ontstaan boeiende interacties en reflecties. Zeker in relatie met technologie, is het goed dat mensen iets kunnen uitproberen. Het effect daarvan willen wij binnen onze onderzoeksgroep onderzoeken.”

Werken jullie naast Dolox nog aan andere prototypes?

“Zeker! Momenteel lopen er nog drie andere trajecten rond verstaanbare zorg – Miniproeftuinen noemen we die. Zo werken we aan een telefoonbot – een soort chatbot – die anderstalige patiënten opbelt in hun eigen taal met een geautomatiseerde boodschap om een doktersconsult voor te bereiden. We experimenteren ook met een hulpmiddel om patiënten aan de juiste psychologische hulpverleners te koppelen. En er is de app-in-wording die een medisch verslag moet omzetten naar een verstaanbare uitleg voor de patiënt. Tijdens de Dag van de Wetenschap, op zondag 27 november, zetten we een volgende stap in die trajecten. Dan willen we zoveel mogelijk mensen de prototypes laten uittesten.”

Comon staat nog in de kinderschoenen. Het is spannend afwachten hoe het verder evolueert. Op welk eindresultaat hoop je?

Bas: “Het eerste traject over verstaanbare zorg loopt nu. Het is allemaal nieuw en onvoorspelbaar. Vinden we via deze Miniproeftuinen mensen die ondernemersgewijs de dingen verder vastpakken en tot implementatie brengen? Met vier ijzers in het vuur, hoop ik dat we op z’n minst één tot implementatie kunnen brengen, of toch enkele vervolgstappen kunnen zetten. Mocht dat lukken, dan zou ik daar bijzonder trots op zijn.

 

Dit artikel is integraal verschenen in Durf Denken, het magazine van de UGent