Hoe kunnen we de beschikbare ruimte om te bewegen en te sporten slim benutten?
- Facebook share
- Messenger
Piet, 26 jaar en sporter met een beperking, droomt ervan om zonder hulp en zo vaak hij wil te sporten. Dromen is fijn, maar moet dagelijks bewegen en sporten niet gewoon voor iedereen haalbaar zijn? En dat liefst zo vaak je maar wil. Ziehier de uitdaging van G-sporter Piet, Bert Misplon (Sportaround) en Dieter Dellaert (G-sport Vlaanderen).
Sport- en bewegingsmogelijkheden overal en voor iedereen
Sport en beweging gaan hand in hand met sociaal contact. Volgens Bert van de Gentse organisatie Sportaround valt hier nog veel winst te boeken. “Je hebt veel apps die het sportieve ondersteunen, maar nog niet zo veel tools die het samen sporten een duw in de rug geven. Terwijl dat samen sporten net zo veel deuren opent. Zeker voor mensen met een beperking, kinderen uit kwetsbare gezinnen en ouderen.” Zo is afstand vaak een drempel die kan opgelost worden als je het sociaal netwerk versterkt. Door in te zetten op sportplekken in de wijk bijvoorbeeld.
Dieter van G-Sport Vlaanderen* ziet ook een belangrijke rol weggelegd voor begeleiders. “Wanneer je ze in contact brengt met andere begeleiders of buddy’s*, dan gaat ook hun wereld open: ze leren nieuwe mensen kennen, leren vaardigheden om sporters met een beperking te helpen enzovoort.”
*G-sport is de verzamelnaam voor elke sportbeoefening of aangepaste beweegvorm van personen met beperking, psychische kwetsbaarheid of chronische aandoening.
**Een buddy is een vrijwilliger die hen ondersteunt. Bijvoorbeeld door voor vervoer te zorgen.
Welke drempels zitten in de weg?
Er is dus nog heel wat werk aan de winkel. De afstand is vaak een allesbepalende factor. “Kinderen uit kwetsbare gezinnen zijn vaak aangewezen op zichzelf voor het transport naar hobby’s”, verklaart Bert. “Wanneer baskettraining dan aan de andere kant van de stad plaatsvindt en je ook minimum twee keer per weer moet trainen, dan haken velen af. Bovendien creëert die verplichting om meerdere keren te trainen een sfeer van competitiviteit. Zo leg je onnodig de lat te hoog voor kinderen die gewoon willen sporten.”
“Ook de fysieke toegankelijkheid van en naar een sportplek moet beter. Zeker voor mensen met een beperking”, vult Dieter nog aan. Wanneer je een aantal keren botst op een negatieve ervaring met het openbaar vervoer, dan hoeft het niet meer.”
Een andere drempel is de promotie van het aanbod. Soms heb je het geluk dat je de juiste mensen ontmoet. Zoals G-sporter Piet. Hij botste in het zwembad op een G-sport coach die hem adviseerde om aan Petra-fietsen te doen. Petra-fietsen, ook wel racerunners genoemd, zijn loopfietsen op drie wielen. Een oogopener voor Piet. Letterlijk, want door zijn visuele beperking was zwemmen ver van ideaal. Ook de andere sport die hij voorheen uitoefende, wheelen, was niet ideaal. Door zijn visuele beperking was het immers moeilijk om in zijn eigen baan te blijven.
Wat zijn de mogelijke oplossingen? Met of zonder technologie?
De eigen wijk is voor veel mensen een veilige haven. Waarom niet de nabije sportplaatsen meer toegankelijk maken? Dat hoeft niet van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat, maar het volstaat om bijvoorbeeld één uur per dag de atletiekpiste open te zetten voor iedereen die er wil sporten of spelen. Uiteraard moet je dan inzetten op een gedeelde verantwoordelijkheid. Ook begeleiding door bijvoorbeeld animatoren kan zorgen dat je meer mensen aan het bewegen krijgt. Bert haalt het voorbeeld van naschoolse activiteiten op pleintjes aan.
Dieter ziet veel winst in het verder uitwerken van een buddy-systeem. “Waarom zou je hen niet inschakelen tijdens het sporten zelf? Zo maak je hun begeleiding extra zinvol. Technologisch zie ik veel mogelijkheden in een platform om hulp te zoeken. Hoe meer mensen hierbij aangesloten zijn, hoe beter. Ook voor mensen buiten de stad, want sportactiviteiten stoppen niet aan een gemeentegrens. Maar om te beginnen moeten we gewoon wat meer tijd vrijmaken om te praten, voor of na het sporten. En die momenten dan aangrijpen om ook transport-oplossingen aan te kaarten.”
Allemaal welgekomen ideeën voor Piet. In zijn ideale wereld kan hij helemaal zelfstandig en zo vaak hij wil naar de training.